Hooggefaald

Gepubliceerd op 18 januari 2023 om 13:47

Fragment uit het boek (persoonlijk verhaaltje):

"Ondanks het feit dat ik als kind een klas had overgeslagen, voelde ik me eerder dom dan slim. Het leek wel of het bij mij allemaal heel anders werkte, ik zag de dingen anders dan de meeste kinderen. Doordat ik de lat altijd hoog legde, voelde ik me nooit goed genoeg. Als ik ergens niet de beste in kon zijn, begon ik er niet eens aan. Daarnaast was ik me niet bewust van mijn associatieve denken en het automatisme om altijd procesmatig naar een groter plaatje te kijken en verder dóór te denken. Op de middelbare school was ik vooral aan het onderpresteren. Ik leerde liever helemaal niet, dan kon ik ook niet falen. Ergens écht mijn best voor doen vereiste dat ik me kwetsbaar opstelde en dat vermeed ik als de pest. Stel je voor dat ik door de mand viel… 

Diepe denker

Als jong meisje dacht ik na over wat er allemaal mis kon gaan. Voorafgaand aan een schoolreisje, kon ik piekeren over het soort tas dat ik mee moest nemen. Om tot de conclusie te komen dat er een rugzak mee moest, omdat een tas met hengsels misschien niet zo handig was voor tijdens de fietstocht, mocht de fiets geen bagagedrager of snelbinders hebben. Dat soort dingen, maar ook existentiële vragen. Als ik 's avonds laat nadacht over de zin van het bestaan, werd ik bang. Wat er gebeurde na de dood? Niets. Wat is niets? Het beangstigde me, het idee dat je niet meer bestaat, de leegte waar ik dan inviel was oneindig diep en bedreigend. Nooit meer. Wat komt er na nooit? Niets. Niets meer. Dit is alles. Hoe kan dat? Ik liep vast in het denken en als ik bang werd begon ik te bidden tot God. Praatte iedere avond met Hem, met mijn handen in elkaar geklemd en mijn ogen dicht. Daar in het donker werd ik bang voor oorlog en voor de atoombom die het leven in één klap kon beëindigen. Dat was misschien wel mijn grootste angst, iets was waar ik geen invloed op had, maar dat een eind kon maken aan het leven zodat ik ineens in dat niets terecht zou komen, waar ik niets van wilde weten. Dat anderen daar niet zo over nadachten, merkte ik later pas.

Aanpassen

Creatieve geesten met een intens gevoelsleven zijn van nature niet gemaakt om zich te conformeren. Maar diep van binnen was ik gevoelig voor afwijzing, dus zo goed en kwaad als het ging, paste ik me dan toch aan en slaagde er in mijn verlegenheid te verbergen, vooral met een borrel op. Zo sloop de eerste verslaving erin, want ik heb lange tijd meer alcohol gedronken dan goed voor me was. Uitbundig, impulsief, gevoelig, emotioneel en creatief; dat kenmerkte mijn aard. Niet direct het beeld dat ik van een begaafd persoon had. Net als de meeste mensen dacht ik daarbij vooral aan de wat stille jongen met bril in de klas, de serieuze leerlingen met hoge cijfers, vooral voor exacte vakken, die iets technisch gaan studeren en later professor worden. Hoogintelligente kinderen waar ik me totaal niet mee kon identificeren, maar weet nu dat er verschillende soorten van begaafdheid bestaan.

Werken voor een baas

Als twintiger manifesteerde het zich weer heel anders. Tijdens vergaderingen van het evenementenbureau waarvoor ik als projectmanager werkte, wist ik vaak direct al welke kant het opging. Ik had regelmatig confrontaties met mijn collega's en men vond mij maar lastig, want ik was iemand die zich uitsprak, terwijl de rest nog heel ergens anders zat in het proces. Bij problemen was ik in mijn hoofd al een paar stappen verder en zag ik waar het naartoe moest of hoe iets opgelost kon worden. Mijn bijdrage werd zelden gehoord en begrepen; mensen reageerden meestal verbaasd of geïrriteerd op mijn inbreng. Op zakelijk vlak leidde dit regelmatig tot aanvaringen met de baas die daar niet altijd van gediend was. Tegen de tijd dat de groep daar was in het vergaderproces, was ik vaak al afgehaakt. Mensen zagen mij denk ik als betweterig en intens, eigenschappen die ik niet kan ontkennen, maar met de kennis van mijn Human Design snap ik wel waar de inzichten en visie uit voortkwamen.  

Voor mij was de beste baas degene die me vrijliet. Sven was zo iemand, de directeur van het eerste evenementenbureau waar ik in 1996 werkte. Hij was introvert, intelligent en creatief, voor zover ik dat kon beoordelen, en ik mocht hem bijzonder graag, vooral omdat hij mij volledig vertrouwde. Hij had waarschijnlijk al snel door welke talenten ik in huis had die, zeg ik bescheiden, het bedrijf ten goede kwamen. Die eerste baan was misschien wel de leukste en meest leerzame, omdat ik niet de enige was met zakelijk creatief talent en met deze groep van gelijkgestemden ontstond synergie.

Intensiteit

Ik herkende in mezelf een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Op het eerste gezicht klinkt dat nobel en positief, maar het gaf vooral veel onrust. Gedreven door een verlangen naar vrede en harmonie sprong ik overal tussenin en ervoer intense emoties. Ook voelde ik me vaak onbegrepen. Het zien van verbanden, oorzaken en oplossingen was vaker een handicap dan een voordeel en maakte samenwerkingen met anderen lastig. De meeste mensen zaten gewoon heel ergens anders in hun denken. Die afwijking beschouw ik niet als beter maar als ‘anders’. Waarom lukte het mij maar niet om 'normaal' te zijn? Waarom haalde ik geen voldoening uit het leven zoals andere mensen? Waarom werd ik diep treurig van de wereld om mij heen? Waarom kon ik geen carrière maken zoals anderen? Ik had toch ook diploma's?  

Kind als spiegel

Jarenlang heb ik geworsteld met het thema hoogbegaafdheid. Het begon toen we ontdekten dat onze zoon zich wat anders ontwikkelde dan andere kinderen. Op bewust en cognitief vlak was hij leeftijdgenoten ver ‘voor’. Buitenshuis was hij introvert en zag hij details die niemand anders waarnam. Toen hij een jaar of drie was vroeg hij aan mijn vader of hij andere banden onder de auto had. Wat bleek, mijn vader had inderdaad de zomerbanden laten vervangen door winterbanden, waarvan het reliëf anders oogde. Op tweejarige leeftijd maakte hij puzzels waar sommige volwassenen nog moeite mee hebben, maar ik dacht dat het normaal was, hij was toen nog mijn enige kind. Naast introvert en gevoelig, was het ook een creatief kind, dat alle teksten meezong van het repertoire van Annie M.G. Schmidt en de vlaggen van de hele wereld uit zijn hoofde leerde.

Hij bedacht zijn eigen taaltje, imiteerde (on)bekende mensen en verzon voor iedereen raadselachtige bijnamen, iets wat hij overigens soms nog steeds doet. Op driejarige leeftijd kende hij het alfabet en kon hij eenvoudige woordjes lezen en schrijven. Vanaf het moment dat hij naar school ging, ontstonden er thuis problemen. Hij ging met plezier naar school, gelukkig, want het was (en is) een heel sociaal kind. Na schooltijd, in de veilige thuisomgeving, volgden regelmatig emotionele ontladingen. Dankzij gesprekken met professionals kwam ik erachter dat er niets mis was met mijn kind, maar dat wat ik als probleem zag, iets was dat bij mij lag. Daar begon de weg naar bewustwording en uiteindelijk ben ik mijn zoon alleen maar intens dankbaar voor de lessen die ik door zijn spiegelgedrag mocht leren. 

HB of ADD?

Het inzicht dat de buitenwereld een weerspiegeling is van de binnenwereld was een belangrijke verschuiving in mijn perspectief. Desondanks bleef ik tegen mijn intensiteit aanlopen. ‘Het zou mij niet verbazen als je hoogbegaafd bent’, had mijn moeder eerder al tegen mij gezegd. De kinderen van haar broer waren toen net getest en beide neven, de een was hoogbegaafd en de ander ‘geniaal’, hadden ook hun uitdagingen. Een van de twee liep helemaal vast op het gymnasium en haalde uiteindelijk ‘slechts’ zijn havodiploma. Ik dacht van mezelf eerder aan ADD of ADHD, vanwege mijn ongestructureerde en chaotische doen en laten. Ik was bijvoorbeeld aan het stofzuigen en dan kon mijn oog vallen op een fotoalbum in de boekenkast, waardoor ik alles uit mijn handen liet vallen en er een uur in bladerde. De stofzuiger stond later nog steeds midden in de kamer, soms liet ik hem gewoon aanstaan, een grotere rommel achterlatend dan daarvoor. Of ik kreeg een idee voor een project waarmee ik onmiddellijk aan de slag ging, terwijl ik een ander project nog niet had afgerond.

IQ test

Toen ik een jaar of veertig was en een paar IQ-tests maakte en steeds rond 135 ‘scoorde’, vielen ineens dingen op hun plek. Toen ik de verschillen tussen convergent en divergent denken inzag, begreep ik dat het in mijn hoofd allemaal wat anders werkte. Maar nog steeds heb ik moeite met de term ‘hoogbegaafd’. Op basis van wat ik allemaal onderzocht heb voor dit boek, geloof ik dat we in potentie allemaal hoogbegaafd of hoogsensitief worden geboren. De manier waarop het gemanifesteerd wordt, hangt echter af van iemands design, omgeving en het niveau van bewustzijn. Ik denk tevens dat er een verschil is tussen hoogintelligent en hoogbegaafd, waarbij het laatste iets zegt over het niveau van bewustzijn. De IQ-test gaf me wel even een gevoel van opluchting, al veranderde het niets aan mijn realiteit. Ik was inmiddels een van de 30 procent hoogbegaafde ‘thuiszitters’ geworden. Een multitalent zonder carrière…

Kwantumveld

De hoogbegaafde nieuwetijdskinderen dragen een hogere energietrilling en ander bewustzijn. Zij zijn gevoeliger voor het kwantumveld, is mijn ervaring. Ik zie iets ‘anders’ in hun ogen, een bepaalde wijsheid, omdat ze afgestemd zijn op dit veld, ook wel ‘de bron’ genoemd. Misschien komt het, omdat ik zelf ook in verbinding sta met deze bron. Een vermogen waarover ieder mens beschikt, maar de meesten van ons zijn het kwijtgeraakt. Voor deze kinderen schreef ik mijn boek, om hen te helpen herinneren aan wie zij ten diepste zijn en aan hun transformerende taak op aarde. Dat zij een authentiek leven mogen leiden.

Hooggefaald

Gekscherend noemde ik mezelf ‘hooggefaald’. Het verdriet lag onder de oppervlakte, beukte tegen de grenzen van mijn ego en leidde tot bewijsdrang van mijn eigenwaarde. Het uitte zich door een misplaatst gevoel van superioriteit en verbijzondering. Echter, ik moest nog zoveel leren en onder ogen zien. Er moest allereerst een harde schil verwijderd worden. Toen deze na de nodige sessies verzachtte en ik oog in oog stond met de leegte, overspoelde een golf van waardeloosheid mij. Wat was ik waard als ik geen groots en meeslepend leven leidde? Verlamd door ambitie en de behoefte aan erkenning, lukte het me niet om mijn leven op waarde te schatten. In deze fase gebruikte ik de hoogbegaafdheid als excuus voor mijn zelfverklaarde falen. Ik weet nog goed dat ik ‘uit de kast kwam’ en er een Facebookbericht over postte. Doodeng vond ik het. Wat zou men wel niet van mij denken? Wat verbeeldde ik me wel? Hoogbegaafd, pfff… Wilde ik soms iets bewijzen? Die neiging had ik eerlijk gezegd wel. Ik zie nu in dat ik hoogbegaafd gebruikte als excuus, terwijl er iets anders was dat mij tegenhield, maar dat wilde ik nog niet onder ogen zien. De reacties waren allemaal zo lief, behulpzaam en opbouwend. Een goede vriendin schreef bijvoorbeeld: “Mooi en lief dat je dit deelt. Hoogbegaafd of niet, je verhaal heeft denk ik punten waar velen zich in herkennen. Maar één ding: falen doe je nooit. Er zit duidelijk iets te pruttelen, neem de tijd en rust daarvoor en ik weet zeker dat het goed komt. Enjoy the journey.”

Iedereen is uniek

Niet lang daarna kwam Human Design op mijn pad en dat was een lifechanger. Alle labels, verhalen, identificaties en overtuigingen konden overboord. Vanaf dat moment kon ik mezelf écht leren kennen en werd klip en klaar hoe geconditioneerd ik was. Het was niet meer nodig om me te identificeren met welk label dan ook, want nu wist ik precies waar mijn ‘anders-zijn’ en weerstand uit voortkwam. Wél had ik nog uit te zoeken wat mij tegenhield om in mijn kracht te kunnen gaan staan."


Reactie plaatsen

Reacties

Esther
een jaar geleden

Leuk om te lezen - niet hoogbegaafd maar herken mij wel in jouw verhaal - mijn human design klopt ook zeker met hoe ik ben

Brigitte van Hengel
3 maanden geleden

Wow, wat gaaf geschreven dit en pijnlijk herkenbaar Barbara. Dank je voor dit delen en duik in jou boek.
Liefs Brigitte